Text aus dem Hauptfenster in Zwischenablage kopieren

6
bekeert te werdene tot den heere / ende en stelt niet vut
7
van daghe te daghe. want zijnen toren ende zijne gram
8
scap comt haestelic: ende in den tijde van wraken sal hij
9
v bederuen ende verdoen. Ende daer om seit Dauid.
10
Hodie si vocem eius audieritis / nolite obdurare corda
11
vestra. dat is. Ist dat ghi huden oft heden zijnen voix /
12
dat is sijn stemme hoort / ghelijc alsmen v predict ende
13
als v goede enghel v inne gheeft dat ghij v beteren
14
soudt / en wilt uwe herte niet verherten noch versteinen:
15
maer bekeert v ter stont: want ghij niet en weet oft v
16
god noch meer roepen zal. Ende daer omme en salmen
17
gheen goed vut stellen als ment ter stondt behoort te
18
doene. Ende daer omme seit een poete. Tolle moras /
19
nocuit semper differre paratis. Dat is. Doet wech uwe
20
merren oft vutstellen / want het altijds ghescaedt heeft
21
vut te stellene hemlieden die bereidt waren om ter stond
22
te doene. wie en sullen dan niet anhooren den roep noch
23
dat ghescrey vander crayen die roept inden latijne Cras
24
Cras: dat is: morghen morghen. want also Persius leert
25
die morghen hem beteren wilt ende gheentijd heden: en
26
betert hem nemmer.
De leeraer.
27
DIe op lancleuen stelt al zijn hopen
28
Al heeft hij van zijner conscientien nopen
29
Hij en volghtse niet: maer laetse ontwaeyen
30
Anhoorende de lesse vander craeyen
31
Die roept Cras Cras / dats morghen morghen
32
Niet wetende hoe langhe hem god sal borghen
33
want die nou leeft mach morghen lijc zijn
34
Ende die nou scoon is / mach morghen slijc zijn
GW5066_0075_Paris_e6r