Text aus dem Hauptfenster in Zwischenablage kopieren

6
ende ghij en sult niet verordeilt werden. En wilt niet
7
verwijsen nocht verdoemen ende ghij en sult niet ver
8
wesen nocht verdoemt werdden / wel verstaende om
9
dier orsaken ende causen wille. Oft hij bij contrarien
10
wilde segghen dat zo wie andren tonrechte verwijsen
11
zullen met rechte verwesen werden. ende al weten wij
12
eeneghe sake van onsen euenkersten daer hij hem heeft
13
inne misgaen wij en sullen nochtans niet verwijsen
14
noch met worden noch met ghedachten ter eewigher dood
15
want hij hem lichte ghebetert heeft / ende ghenade von=
16
den: ende is lichte beter dan wij zijn. Ende daer om seit
17
ons lieue heere elders. waer toe sietghij so nauwe tghe
18
stubbe oft dat ghestof in die ooghen van uwen broeder:
19
ende en siet niet den balc die in uwe ooghen is. Ende in
20
der ghelijcken staet inde decreten: dat hij alleene sal van
21
eens anders ghebreken ende dolinghen vonnissen: die
22
in sichseluen oft in hem seluen niet en vindt dat hij ver
23
ordeilen ende verdoemen mach.
De leeraer.
24
DIe met vele sonden hem vindt ghebonden
25
Als dat hem de helle mach leuende verslonden
26
Ende andre verwijst ter eewigher dood
27
Die sal hem vinden in grooter nood
28
want met der maten daer wij met meten
29
Salmen ons meten recht onghespleten.
30
Sulc licht te bedde in crancten mesmaect
31
Al waerhij van allen trooste versaect
32
wiens ziele naer dit crancke leuen
33
Sal bouen die enghelen werden verheuen
34
Sulc leeft in voorspoede die sal versijncken
35
Jn der hellen afgrond / wilt hier op dijncken
e iiij

GW5066_0071_Paris_e4r